Literatuur
- Kipp, A.F.E., "Choorstraat 7-9.". In: Archeologische en Bouwhistorische Kroniek Gemeente Utrecht, 1982, blz. 43-46.
(Opmerking: De Bruijn/1994, blz. 383, voetnoot 23 over
'Choorstraat 9, huis De Munt': "Kipp, 'Choorstraat 7-9', 44, indentificeert ten onrechte Choorstraat 7 met dit huis")
- Kipp, Frans, Choorstraat 7-9, (rapport), 02-1983. (Uit: Gemeente Utrecht, Erfgoed, Alfabetische lijst Bouwhistorische Rapporten en Cultuurhistorische Verkenningen, d.d. 07-2013)
- Bruijn, M.W.J. de, Husinghe ende hofstede. Een institutioneel-geografische studie van de rechtspraak over onroerend goed in de stad Utrecht in de middeleeuwen. Deel in de serie 'Stichtse Historische Reeks', nr 18. Utrecht (Spectrum), 1994. [464 blz. ISBN 90.274.4444.7]. Hierin "Choorstraat 9 (huis De Munt)": blz. 383, 384.
- Kam, René de, 'Een waardig huis der stad'. Twintig eeuwen in en om het Utrechtse stadhuis. Deel in de serie 'Historische reeks Utrecht', nr 29. Utrecht (Matrijs), 2000cop. [92 blz. ISBN 90.5345.174.9].
Hierin "Schoonhuis": blz. 37-38 ("Grote, veelal tufstenen hallen waren in de twaalfde eeuw vlak bij het water verrezen. Eén daarvan was het 'Schoonhuis'
dat ter hoogte van het huidige steegje Massagast stond tussen de Oudegracht en de Steenweg. Het was een lange hal met zowel aan de Steenweg als aan de grachtzijde
een poort, waar de karren met waar van de handelaren naar binnengereden konden worden. Binnen hing vast een sterke textielgeur, want het waren de lakenhandelaren
die hier hun waar aan de man brachten. Het Schoonhuis en de rijke textielhandelaren zullen trouwens in het verhaal van het stadhuis nog een bijzondere rol spelen.
De lakenhal werd in de twaalfde eeuw nog uitgebreid in de richting van de Choorstraat, waar de lakensnijders, oftewel de kleermakers, van de stad hun werkplaats
kregen. Grote delen van de muren van dit gebouw staan tot de dag van vandaag nog overeind in het pand Choorstraat 9.
Schuin tegenover de werkplaats van de
lakensnijders kon je in die tijd een praatje maken met andere handelaren, zoals de schoenmakers, de leerbewerkers en bij de gracht met de visboeren."
In 1343 moesten de schepenen hun pand, het 'rechthuys' tegenover de Buurkerktoren verlaten. Het is niet duidelijk waarom ze niet naar het Schoonhuis verhuisden,
in veel steden zaten de raad en de schepenen bij elkaar. Misschien was er daarvoor geen plaats, de oudermannen hadden daar ook hun vergaderruimte. In ieder geval:
de schepenen gingen naar Hasenberg.- dit is de relevante tekst volledig).
1981
- Advertentie "Opheffingsuitverkoop Maison Goudsmit, Choorstraat 9". In: Utrechts Nieuwsblad, 11-12-1981, blz. 10 (dameskleding)
1987
- "Jubilerend 'Wébé' breidt uit". In: Utrechts Nieuwsblad, 26-01-1987, blz. 16 ("Stoffenspeciaalzaak Wébé vierst haar gouden jubileum met de opening van een nieuwe fournituren-afdeling. Tot voor kort werden er alleen maar wat garens en ritssluitingen bij de stoffen verkocht. Nu is dat uitgebreid [...]. Werner Cohn, vader van de huidige eigenaar, opende zijn stoffenzaak vijftig jaar geleden in het pand Choorstraat 9. Hij verkocht toen voornamelijk aan buurtbewoners. De klantenkring breidde echter al snel uit en maakte het in 1952 noodzakelijk om te verhuizen naar een groter pand in dezelfde straat op nummer 7". Wébé heeft een filiaal in de Beekstraat)